Actueel uit Stad & Ambt


Plaatsing  
 
06-11-2012  

Klein en groot ondernemen en Napoleon komt

 

ALMELO - Jan Waayer, algemeen directeur van JW ESPO, had gedurende het vraaggesprek regelmatig de lachers op zijn hand. Desgevraagd vertelde hij onderhoudend over het werk op de kalvermesterij in Geesteren. Jaren geleden heeft hij zijn activiteiten verbreed naar het installatie- en constructiewerk (waaronder stalinrichting).
Van alleen de agrarische sector, waar hij een kleine speler is, kun je immers niet leven. Het betekent wel lange dagen maken, maar ‘dat is de prijs die je ervoor betaalt’. Voldoening geeft het wel, al is de financiële beloning niet navenant. ‘Dan had ik beter achter de tekentafel kunnen blijven zitten.’
Het is de ‘drive’ om ziets te doen. Als dat dan lukt, geeft dat een kick. Hemel en aarde heeft hij bewogen, mensen enthousiast te krijgen voor zijn zelf ontwikkelde biofilter. ‘Je weet dat je een groot product hebt, maar financiers zijn nog niet te vinden. Daar ben ik misschien ook te veel boer voor.
De mensen in Den Haag snappen dat niet, dat jij als klein mannetje wel ergens de stank kunt oplossen. Toch zijn er tig bewijzen dat dit biofilter 85 tot 90% geurreductie oplevert. Dat kan niemand.’
Het lijkt het ei van Columbus: een filter gemaakt van houtsnippers en balkhout. Geen koolstoffilter, omdat het vocht al snel in de kool gaat zitten. Enzymen vreten als het ware de stank op. Bij een grote kalverstal in Kootwijkerbroek is dat bijvoorbeeld het geval. Via dit project werd hij benaderd voor de stankreductie in (een deel van) de Rotterdamse haven. Of hij dat zou kunnen? ‘Het stinkt in de Maasvlakte nog harder dan bij ons thuis. Ik heb een paar nachten zitten prakkizeren. Uiteindelijk heb ik een filter gemaakt, dat weer 85% geurreductie oplevert.
Hopelijk wordt het project in de Rotterdamse haven de doorbraak voor Jan Waayer. Maar het staat of valt met de financiering. Hij wil als bedrijf ook best wel groter worden, maar ‘grote projecten kunnen we nog niet aan. Daarvoor moet je ook een ingenieur in dienst hebben.’

Huub Rakhorst is managing director van Urenco Nederland B.V. Alle commotie rondom kernenergie ten spijt is de orderportefeuille nog steeds op peil. Er zijn klanten die minder of niet meer afnemen, maar er komen ook nieuwe klanten bij. Uit het Midden-Oosten bijvoorbeeld. Arabieren verkopen hun olie aan het westen en investeren zelf verder in kernenergie. De verenigde emiraten en Saoedi-Arabië bouwen centrales, net als trouwens India.
Wereldwijd heeft Urenco een marktaandeel van 30% en dat percentage groeit nog steeds. Een vervangingsmarkt voor ultracentrifuges is er nog niet. Alle stresstesten in Europa hebben laten zien dat je altijd kunt verbeteren, maar ‘veiligheid is geen issue’.
Duitsland heeft na Fukushima in zijn ogen ‘een overhaaste beslissing’ genomen door centrales te willen gaan sluiten. ‘Men heeft gezegd: we zetten in op duurzame energie, maar daar begint men al van terug te komen. In Noord-Duitsland staan veel windmolens, maar die kunnen de stroom niet kwijt. De ironie wil dat het land nu kolencentrales moeten gaan bijbouwen’. Veel andere landen hebben niet zo geredeneerd; in Japan draaien de eerste kernreactoren alweer. Nederland heeft geen tweede centrale nodig.
Overigens is in het nieuwe regeerakkoord niets opgenomen over kernenergie. Inzetten op alleen duurzame energie, te bereiken in 2050 bijvoorbeeld, is ‘verschrikkelijk duur. Dat halen we niet. De energiehonger in de wereld is gigantisch. De vraag naar elektriciteit groeit twee tot tweeëeneenhalf procent per jaar’. Bovendien valt het effect van duurzame energie tegen.
Zou Urenco meer moeten inzetten op (radioactieve) isotopen voor het opsporen en bestrijden van kanker? Schoenmaker blijf bij je leest, luidt hier het motto. ‘We blijven liever bij de procesindustrie. De grote markt is verrijking van uranium voor kerncentrales. We kunnen natuurlijk wel de grondstof leveren.’
Eén procent van de netto inkomsten zou een bedrijf aan sponsoring moeten besteden, adviseerde voormalig financiële man prins Friso eens. Urenco Nederland voegt de daad bij het woord. Zowel lokaal en regionaal als nationaal ondersteunt het bedrijf organisaties en evenementen, maar dan wel zo effectief mogelijk. ‘Wij hebben geen belang bij sponsoring om klanten te winnen. We hoeven geen klanten te entertainen. Als er nieuw stadion komt, leveren wij opnieuw een forse bijdrage, maar niet voor een skybox.’
De sponsoring is dus bepaald niet beperkt tot Almelo, maar strekt zich uit tot ver buiten Twente, ‘waar wij als Almeloërs ook plezier aan beleven’.
Huub Rakhorst is voorstander van Twentestad, al vindt hij honderdduizend inwoners als richtlijn nog te mager. Volgens hem zal de kwaliteit van bestuur door schaalvergroting verbeteren en kan de regio Twente in Den Haag en Brussel meer een vuist maken. Dat is ook goed voor de werving van gekwalificeerd personeel.
Mogelijk trekken de Duitsers en Engelsen zich op enig moment terug uit Urenco. Nederlanders zijn de enige slimmeriken, vindt hij, ‘want die weten dat Urenco profijtelijk is en steeds meer dividend uitkeert’.
Een vertrek uit Almelo is overigens niet aan de orde. Urenco staat te boek als goed werkgever, besteedt ook werk uit en in veertig jaar is er geen incident van betekenis geweest. Toch realiseert hij zich dat je voortdurend aan het draagvlak zult moeten werken.

De column werd dit keer uitgesproken door burgemeester Jon Hermans - Vloedbeld en ging over het veranderende koopgedrag.

Martijn Makkinga beklom de zeepkist in een uniform van het leger van Napoleon, kompleet met een heel lang geweer, om aandacht te vragen voor het volgend jaar te organiseren Napoleonistische veldslag. Daar horen we nog wel meer van.

De eerstvolgende bijeenkomst van Zakelijk Almelo is op maandag 4 februari 2013.

Tekst: Coen Heldeweg
Fotoreportage: Coen Mulder

Fotoreportage (18 foto's)...

Archief
Terug naar vorige pagina