Actueel uit Stad & Ambt


Plaatsing  
 
13-08-2008  

Feitenrelaas "De Rechter" naar gemeenteraad

 

.1 2008/24131
Feitenrelaas dossier Grand café De Rechter – Waagplein 2 in Almelo
1. Aanleiding en opdracht
Op 16 juni 2008 zijn in het stadhuis van Almelo 5 personen (1 wethouder en 4 ambtenaren) 6 uur lang gegijzeld. De verdachte (de heer A.O.) is de echtgenoot van de eigenares (mevrouw A.O-E) van Grand café De Rechter aan het Waagplein 2 te Almelo. De verdachte is naar de gemeente toe meermalen opgetreden als (mede-)exploitant of vertegenwoordiger van De Rechter. Uiteindelijk heeft de gijzelnemer zich overgegeven aan de politie en de gegijzelden bleven ongedeerd. Het Grand café De Rechter was sinds eind april 2008 open maar beschikte niet over de daarvoor vereiste vergunningen. De gemeente had van de eigenares geëist de openstelling te beëindigen onder last van het opleggen van een dwangsom. Hiertegen is eigenares in verweer gekomen en er is een procedure gevoerd bij de Rechtbank Almelo. Hierover later meer. Eigenares heeft derhalve een juridisch geschil met de gemeente Almelo, dat meespeelde op de achtergrond van de gijzeling. De volgende dag heeft het college van burgemeester en wethouders van Almelo daarom de gemeentesecretaris gevraagd een feitenrelaas op te (laten) stellen naar de inhoudelijke behandeling en afhandeling van alle vergunningaanvragen door de gemeente. De opdracht is om een compleet feitelijk beeld te geven van de verschillende procedures en het procesverloop daarin. Hieraan verbonden vragen zijn of het aannemelijk is dat de gemeente op een eenduidige manier is opgetreden in de richting van het Grand café De Rechter zowel bestuurlijk als ambtelijk of dat er mogelijk toezeggingen zijn gedaan die niet zijn waargemaakt en die daarmee hebben geleid tot (verkeerde) verwachtingen. In het feitenrelaas worden deze vragen nog niet beantwoord.
Het onderzoek is onder verantwoordelijkheid van de gemeentesecretaris uitgevoerd door twee afdelingshoofden. Het rapport is een weergave van de bevindingen en belicht alleen de interne gemeentelijke processen. Het rapport geeft nadrukkelijk geen oordeel over de gang van zaken. Het is derhalve ook geen organisatieonderzoek: het rapport geeft feiten weer, maar doet geen aanbevelingen.
2. Aanpak
Om te komen tot een inventarisatie van feiten zijn in de eerste dagen na de gijzeling diverse medewerkers van de gemeente Almelo geïnterviewd. Medewerkers waren hiertoe zonder aarzeling en zonder enig voorbehoud bereid. Naast de interviews is schriftelijk materiaal ontvangen en bestudeerd om een zo getrouw mogelijke weergave van het proces te kunnen schetsen. Het feitenrelaas bestaat uit twee delen. Allereerst is het schriftelijke materiaal (aanvragen, brieven, beschikkingen, e-mails, etc.) verzameld en geordend in tijd. Op basis daarvan is een gedetailleerde tijdbalk opgesteld met een korte weergave van de gebeurtenis. Vervolgens is onderhavige notitie opgesteld waarin de grote lijn in dat tijdsverloop wordt geschetst met inbegrip van de relevante overwegingen en gemaakte afwegingen.
2 2008/24131
3. Het afwegingskader
3.1 Algemeen
In deze casus zijn de volgende algemene feiten relevant:
• Mevrouw A.O-E c.q. het echtpaar O-E. wil een horeca-onderneming onder de naam Grand café De Rechter starten aan de Waagplein 2 te Almelo. • In eerste instantie wordt een huurovereenkomst gesloten met de eigenaar/verhuurder van het pand voor de duur van 10 jaar. De verhuurder is Garden-End Building BV. Als beheerder treedt op Actys Retail BV.
• In juni 2007 wordt begonnen met verbouw van het pand. Op dat moment wordt over geen enkele vergunning beschikt.
• Alle (gesloten) overeenkomsten en aanvragen voor vergunningen worden op naam gesteld en in naam gedaan van de eigenares (mevrouw A.O-E). Haar echtgenoot blijft in deze formeel op de achtergrond, maar in de praktijk en in de contacten met de gemeente treedt
de echtgenoot van mevrouw regelmatig op de voorgrond.
• Het echtpaar exploiteerde eerder de horeca-onderneming “De Molen” aan de Nieuwstraat in Almelo. Het echtpaar had eigen adviseurs in dienst op het gebied van financiën en administratie. Later werd daar nog een juridisch adviseur aan toegevoegd (JEEJAR).
3.2 Het juridisch kader
Grand café De Rechter is een nieuwe, startende horeca-onderneming en vestigt zich aan Waagplein 2 te Almelo. In juni 2007 worden door inspecteurs van de gemeente bouwactiviteiten waargenomen. Omdat hiervoor een bouwvergunning nodig is (wijzigen functie en aanpassing gevel), leidt dit tot het indienen van een aanvraag voor een bouwvergunning (dossiernummer B07-468, ontvangen op 14 juni 2007). Tevens wordt in dezelfde periode een aanvraag voor een reclamevergunning (dossiernummer R07-222, ontvangen op 14 juni 2007) en een aanvraag voor een gebruiksvergunning (21 juni 2007) ingediend. De gebruiksvergunning maakt geen onderdeel
uit van de bouwvergunning, maar wordt wel aan de bouwverordening getoetst. De gebruiksvergunning gaat specifiek in op eisen t.a.v. een brandveilig gebruik van bouwwerken. In onderhavige casus is een gebruiksvergunning nodig omdat mogelijk meer dan 50 personen tegelijkertijd aanwezig zijn in het gebouw. Voor het uiteindelijk in gebruik nemen van een bouwwerk zijn nog een exploitatievergunning
(om een horecalokaliteit te mogen exploiteren) nodig en een drank- en horecavergunning (voor het verstrekken van alcoholhoudende dranken). De aanvraagformulieren hiervoor worden op 15 oktober 2007 naar de eigenares gestuurd. De eigenares heeft deze op 28 januari 2008 ingediend. Omdat enkele gegevens ontbraken, is direct en herhaaldelijk verzocht om de volledige gegevens.
Begin april 2008 waren de gegevens compleet. Tot slot is er een meldingsplicht in het kader van het Besluit horeca, sport en recreatie-inrichtingen milieubeheer. Deze melding is op 23 april 2008 ontvangen.
Sinds juni 2002 is de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) van kracht. In de Wet Bibob is bepaald dat het bevoegd bestuursorgaan een beschikking ter zake van een vergunning kan weigeren indien ernstig gevaar bestaat dat de beschikking mede zal worden gebruikt om: a) uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten, of b) strafbare feiten te plegen (artikel 3). In artikel 7 van de Wet Bibob staat dat via een AmvB nader wordt bepaald voor welke inrichtingen en bedrijven een advies van het bureau Bibob wenselijk is alvorens een beslissing op een vergunning wordt
genomen. In artikel 7 van het Besluit Bibob (de AmvB) worden o.a. horecabedrijven aangewezen. Voor het uitoefenen van een horecabedrijf is een vergunning nodig (zie artikel 3 van de
3 2008/24131
Drank- en Horecawet (het is verboden zonder vergunning een horecabedrijf of een slijtersbedrijf uit te oefenen). De wettelijke procedure rondom de Wet Bibob is zo dat eerst de gemeente onderzoek verricht en als daar aanleiding voor is een verzoek voor beoordeling moet worden gedaan bij het landelijk bureau Bibob.
3.3 Binnenstadsplan
Met het oog op de binnenstadsontwikkeling is door de gemeenteraad een voorbereidingsbesluit genomen. Dat wil zeggen dat de gemeenteraad heeft verklaard dat een bestemmingsplan wordt voorbereid. Daarbij is tevens bepaald voor welk gebied dit geldt. Het pand aan de Waagplein 2 te Almelo valt binnen het aangewezen gebied. Het voorbereidingsbesluit is op 31 oktober 2006 door de gemeenteraad vastgesteld (2006/22199) en trad op 14 november 2006 in werking met een geldingsduur van 2 jaar. Dit besluit vervalt als niet vóór 14 november 2008 een ontwerp voor een bestemmingsplan ter inzage is gelegd (artikel 21 lid 6 Wet op de Ruimtelijke Ordening). Artikel 50 lid 1a van de Woningwet bepaalt dat de beslissing op een aanvraag om bouwvergunning aangehouden wordt indien er geen grond is de vergunning te weigeren en voor het gebied, waarin het bouwwerk zal worden uitgevoerd, vóór de dag van ontvangst van de aanvraag een voorbereidingsbesluit in werking is getreden. Doel hiervan is het weren van ontwikkelingen die (mogelijk) niet passen met het toekomstige bestemmingsplan. Door het ‘aanhouden’ kan de aanvraag uiteindelijk worden getoetst aan het nieuwe bestemmingsplan, dat op de betreffende plek al of niet bebouwing en de gevraagde bestemming mogelijk maakt. 3.4 Ondernemersklimaat De gemeente Almelo streeft naar een goed ondernemersklimaat in haar gemeente en probeert dat te stimuleren. Het is ook één van de pijlers onder het Masterplan Almelo. In deze casus is relevant dat door de binnenstadsplannen een groot deel van de binnenstad wordt herontwikkeld. Voor de langere termijn geeft dit een impuls aan het ondernemersklimaat in Almelo. Op de kortere
termijn bestaat het risico dat door de herontwikkeling tijdelijk leegstand in de binnenstad ontstaat. Van belang is dus dat in voorkomende gevallen individuele en collectieve belangen zorgvuldig worden afgewogen en tijdelijk gebruik wordt toegestaan waar dat geen bezwaren
oplevert.
4. Procesverloop
In het procesverloop worden door ons drie fasen onderscheiden. De eerste fase richt zich op de bouwactiviteiten en de daarvoor benodigde vergunning(en) alsmede het (bestuurlijke) gesprek over inpasbaarheid van de locatie in de binnenstadsontwikkeling. De tweede fase richt zich op de voorbereiding tot ingebruikneming van het pand als horecabedrijf en de daarvoor benodigde vergunningen. In de derde fase staat het handhavend optreden centraal nadat het Grand café De Rechter zijn deuren voor het publiek had geopend. In het vervolg van deze paragraaf wordt deze indeling gebruikt om het verloop te kunnen structureren.
4.1 Fase 1: bouwactiviteiten en binnenstadsontwikkeling
Zoals eerder gemeld is Grand café De Rechter een nieuwe, startende horeca-onderneming en vestigt zich aan Waagplein 2 te Almelo. Er wordt daartoe ergens in 2007 (precieze datum onbekend) een huurovereenkomst met Garden-End Building BV gesloten voor de duur van 10 jaar.
4 2008/24131
In juni 2007 worden door inspecteurs van de gemeente bouwactiviteiten waargenomen. Met de eigenares wordt hierover gesproken. De eigenares was in de veronderstelling dat geen bouwvergunning nodig was. De eigenares maakt ook melding van het feit dat zij graag een terras wil bij het horecabedrijf dat zich (mede) uitstrekt tot de Aa-kade. Ook is sprake van een huurovereenkomst met de eigenaar van het pand voor de duur van 10 jaar. Mondeling wordt van de zijde van de gemeente meegedeeld dat de bouwactiviteiten moeten worden stilgelegd. 
In juni 2007 worden de volgende vergunningaanvragen ingediend:
• Een bouwvergunning
• Een gebruiksvergunning
• Een reclamevergunning.
De reclamevergunning wordt niet in behandeling genomen omdat de tekening niet in orde is. De gebruiksvergunning wordt om dezelfde reden nog niet in behandeling genomen. Dit is afgestemd met de indiener van de tekeningen die daarvoor door de eigenares gemachtigd was. Omdat reeds wordt gebouwd / verbouwd zonder vergunning én omdat de locatie Waagplein 2 onder de werking van het voorbereidingsbesluit valt, wordt bestuurlijke afstemming gezocht in het zogeheten WA-overleg (wethouder – afdelingshoofd) van de wethouders RO en Binnenstadsplan. De eerste keer dat deze gesprekken worden gevoerd is 25 juni 2007. Met enige regelmaat
keert het onderwerp daarna op de bestuurlijke agenda terug. De uitkomsten van de eerste gesprekken zijn de volgende:
• Vanwege voorbereidingsbesluit de aanvraag voor een bouwvergunning aanhouden.
• Handhavend optreden t.a.v. de bouwactiviteiten.
• Geen medewerking verlenen aan terras aan de Aa-kade en geen medewerking verlenen
aan aanpassing van de gevel.
Via twee brieven wordt bovenstaande lijn aan de eigenaren medegedeeld. Zo wordt door de afdeling ROM op 2 juli 2007 per brief ‘de beschikking’ afgegeven dat weliswaar de bouwaanvraag compleet is aangeleverd voor een beoordeling, maar dat het besluit daarover wordt aangehouden vanwege het voorbereidingsbesluit ‘Almelo binnenstad’. Tegen deze beslissing wordt bezwaar ingediend door eigenaresse (13 augustus 2007 ontvangen). Echter, op 17 september 2007 volgt het bericht dat het aanhouden van de bouwaanvraag geen besluit is en dat derhalve geen bezwaar kan worden aangetekend. Verder wordt op 7 augustus 2007 door de afdeling ROM een brief gestuurd met de volgende inhoud:
• Op de bouwaanvraag wordt – vanwege het voorbereidingsbesluit – niet eerder beslist dan
11 november 2008 (hoewel het voorbereidingsbesluit tot 14 november 2008 geldt). 
• Het is en wordt verboden verbouwwerkzaamheden aan het pand Waagplein 2 uit te voeren aangezien er geen bouwvergunning is. Daarbij wordt ook de vaststelling gedaan dat
via een bouwinspecteur van de afdeling ROM reeds is vastgesteld dat de interne aanpassingen nagenoeg gereed waren.
• Zonder vergunningen kan het pand niet in gebruik worden genomen.
• De bouwactiviteiten zijn voor rekening en risico van de ondernemer, inclusief eventueel herstel in oude staat.
Medio augustus 2007 vraagt de eigenares – in het bijzijn van haar man – een gesprek met de gemeente aan. Inzet is na te gaan welke mogelijkheden er zijn het pand aan de Waagplein 2 te kunnen aanpassen en openen. Bij dat gesprek zijn de afdelingen ROM en SEZ betrokken. Hetgeen hierboven is beschreven, wordt opnieuw bevestigd. Afgesproken wordt dat de eigenares met de verhuurder van het pand contact opneemt. Dat zal de gemeente ook doen. Immers, de verhuurder is bekend met de binnenstadsplannen van Almelo. Een huurovereenkomst voor een periode van 10 jaar past daarin niet. De uitkomst van dit gesprek wordt ook weer aan de orde gesteld in het WA-overleg tussen de wethouder Binnenstadsplan en de afdeling SEZ (eind augustus en begin september 2007). Daar worden de mogelijkheden voor een tijdelijke horecavoorziening aan de Waagplein 2 verkend. Er wordt afgesproken de verhuurder aan te spreken op de verhuurtermijn. In oktober 2007 wordt in het WA-overleg wederom geconstateerd dat ondanks bouwstop er toch verbouwd wordt. De afdeling ROM gaat op dat moment handhavend optreden. De afdeling SEZ treedt in overleg met de verhuurder van het pand Waagplein 2.
Op 2 november 2007 gaat er opnieuw een brief uit richting de eigenares met dezelfde strekking als de brief van 7 augustus 2007. Er wordt gewaarschuwd dat sprake is van een overtreding indien het pand zonder de noodzakelijke vergunningen toch in gebruik wordt genomen. Op een dergelijke overtreding zullen passende maatregelen worden genomen in de vorm van een dwangsom of het toepassen van bestuursdwang. Omdat de eigenares in een telefoongesprek heeft aangegeven zonder vergunningen haar zaak niet te openen, worden dergelijke maatregelen nog niet nodig geacht. Bovendien speelt op de achtergrond mee dat handhavend optreden niet
aan de orde is als er zicht bestaat op legalisatie. Dit op grond van vaste jurisprudentie. Oorspronkelijk was de eigenares van plan nog in 2007 de horeca-onderneming in gebruik te nemen, maar inmiddels heeft zij geen concrete planning meer. De kwestie wordt ook besproken in het overleg stuurgroep Binnenstad (gemeente en consortium). Afgesproken wordt een gesprek aan te gaan met de verhuurder om te bezien of er andere opties zijn m.b.t. de (duur van de) huurovereenkomst. De verhuurder gaat akkoord met een verkorting van het huurcontract naar 5 jaar. De gemeente verzoekt ook om te overwegen om de kosten die daarna worden gemaakt als gevolg van een eventueel gedwongen verhuizing voor rekening en risico van de huurder dan wel verhuurder van het pand Waagplein 2 komen. Het is immers ook in belang van de eigenaar dat hierdoor meerjarige leegstand wordt voorkomen. De verhuurder heeft later aangegeven samen met de huurder naar een oplossing te zoeken. Op 19 december 2007 vindt hierover een gesprek plaats tussen wethouder Binnenstadsplan, het echtpaar O-E. en hun adviseurs en enkele ambtenaren. Daarvan wordt verslag gemaakt. Bovenstaande
lijn wordt besproken. Indien de aangepaste en getekende huurovereenkomst bij de gemeente binnen is, zal de gemeente zich inspannen voor vergunningverlening als aan alle voorwaarden wordt voldaan. Ook wordt tijdens dat gesprek gesproken over het terras. Het echtpaar O-E. geeft de wensen aan, maar toezeggingen van gemeentezijde worden niet gedaan. Een terras moet aan bepaalde voorwaarden voldoen. Tot slot geeft de wethouder Binnenstadsplan aan dat hij als alle zaken goed geregeld zijn, de officiële opening zal verrichten. In de maanden januari en februari is een aantal malen telefonisch contact tussen gemeente en de eigenares om te informeren naar de gewijzigde huurovereenkomst.
4.2 Fase 2: voorbereidingen tot ingebruikneming tot aan openstelling
Ondertussen wordt op 28 januari 2008 het aanvraagformulier voor een drank- en horecavergunning ontvangen evenals het aanvraagformulier voor een exploitatievergunning, inclusief de aanvraag voor een terras. Binnen 3 maanden moet op deze aanvragen worden beslist. Op 1 februari 2008 stuurt de gemeente bericht dat enkele gegevens ontbreken die nodig zijn voor een dranken horecavergunning. Daar hoort o.a. bij de huurovereenkomst van het pand (getekend door beide partijen). Er worden volgens een aantal herinneringsverzoeken (30 januari, 15 februari en 29 februari 2008) gestuurd. Daarin wordt steeds ook benadrukt dat zonder vergunningen geen bedrijfsmatige activiteiten mogen worden ontplooid. Begin april 2008 worden de ontbrekende gegevens ingeleverd, waaronder de gewijzigde huurovereenkomst inzake het pand Waagplein 2.
6 2008/24131
De huurovereenkomst kent nu een duur van 5 jaar (van 01-01-2008 tot 31-12-2012). Verder zal verhuurder (onder bepaalde voorwaarden) aan huurder financiële compensatie voldoen indien het gehuurde vanwege de herontwikkeling van het gebied “Centrumplein/galerij” ontruimd dient te worden. Daarmee is aan de eisen van de gemeente voldaan. De handtekening op huurovereenkomst van de huurder dateert van 20-02-2008, die van verhuurder van 31-03-2008. De overeenkomst is volgens datumstempel op 15 april 2008 bij de gemeente ontvangen. Zoals eerder duidelijk is gemaakt, wordt een vergunning in het kader van de drank- en horecawet niet verleend dan nadat een onderzoek is ingesteld in het kader van de Wet Bibob. Dat dit moet gebeuren, wordt ook gemeld in het WA-overleg tussen de wethouder Binnenstadsplan en de afdeling SEZ (eind januari 2008). Uit het ingestelde onderzoek naar de overlegde gegevens blijkt dat met name de herkomst van een afgesloten lening ter financiering van de onderneming onduidelijk is. Verder is de rol van de heer A.O. onduidelijk. Op basis van gesprekken bestaat het vermoeden dat hij de ondernemer/ leidinggevende is naast of in plaats van mevrouw A.O-E. Dat is relevant in het kader van de drank- en horecavergunning. Een diploma sociale hygiëne is daarvoor vereist. Daarover beschikt de heer A.O. niet, maar mevrouw A.O-E. wel. Hoewel nog niet alle gegevens voor de vergunningaanvragen aanwezig zijn, vinden wel alvast gesprekken plaats tussen de afdeling V&H van de gemeente Almelo en het echtpaar O-E. over o.a. het terras. Het gaat over een zomerterras, een winterterras, een terras aan de Aa-kade, het verplaatsen van de fietsenstalling aan de Aa-kade, het eventueel omleiden van verkeer, de bestrating ter plaatse, en het feit dat tijdens markten en evenementen geen terras kan worden opgebouwd,
etc. Veel interne afstemming is nodig. Ook de politie is zijdelings betrokken omdat het Waagplein de bijzondere aandacht heeft van de politie als het gaan om horecanachten. Er wordt dan ook afgesproken een intern, coördinerend overleg te voeren. Die bespreking vindt 21
februari 2008 plaats. Ondertussen wordt op grond van de Drank- en Horecawet een antecedentenonderzoek uitgevoerd naar de eigenares van Grand café De Rechter alsmede naar een medewerkster (mw. W.W.P.) in loondienst. De uitkomst van dit antecedentenonderzoek is dat er enkele bezwarende gegevens naar voren komen (deze kunnen hier niet openbaar worden gemaakt).
Tevens zijn er bij het gemeentebestuur nieuwe “aanwijzingen van het plegen van strafbare feiten” bekend geworden, mede op basis van informatie uit het lokale driehoeksoverleg. Dit heeft meegewogen in het oordeel van het college over de vraag of er “concreet uitzicht op legalisatie” bestond. Het college oordeelde op grond van de toen beschikbare informatie dat hiervan geen sprake meer was. Om die reden was dit argument voor eventueel gedogen niet meer aan de orde. Voormelde informatie is – gevoegd bij de eerdere onduidelijkheden die bestonden over een lening – aanleiding om een advies aan te vragen bij het landelijk bureau Bibob. De vragenlijst die bij het Bibob-onderzoek hoort, wordt op 9 april aan de eigenaren uitgereikt en wordt – ingevuld door de eigenares – op 22 april 2008 weer bij de gemeente ontvangen. De adviseurs van de eigenares hebben dan ook nog een gesprek hierover met enkele medewerkers
van de afdeling V&H. Op 29 april 2008 wordt de vragenlijst voor het Bibob-onderzoek doorgeleid naar het landelijk bureau Bibob. Dit wordt ook aan de eigenaren per brief gemeld. Op 14 april 2008 informeert de eigenares per brief naar de status van de terrasvergunning. Op
16 april 2008 volgt de schriftelijke mededeling dat deze vergunning wordt meegenomen in de exploitatievergunning. Dus toestemming voor een terras volgt nadat de drank- en horecavergunning en exploitatievergunning worden verleend. Mede op verzoek van omwonenden/ andere gebruikers van het Waagplein wordt aangedrongen op het handhaven van de fietsenstalling aan de Aa-kade om de veiligheid van fietsers en bezoekers van het plein te waarborgen.
7 2008/24131
In de maand maart 2008 wordt bekend dat aan de Waagplein 2 een “besloten feest” is gehouden. Daarop wordt de eigenares nog eens aangeschreven met de mededeling dat openstelling voor publiek zonder vergunning niet mag en kan. Voor het houden van een feest is ook geen vergunning aangevraagd. Derhalve wordt er wederom gemeld dat bestuursmaatregelen kunnen worden genomen indien de benodigde vergunningen ontbreken bij ingebruikneming van het horecabedrijf. Volgens onbevestigde berichten gaat het Grand café De Rechter op 18 april 2008 zijn deuren voor publiek openen. Dit is aanleiding voor een intern ambtelijk overleg waarin wordt geconcludeerd
dat de eigenaren van het Grand café De Rechter nog over geen enkele vergunning beschikken. De conclusie is daarmee dat het horecabedrijf nog niet open kan. Handhavend optreden is dan aan de orde, mede gelet op de voorlopige aanwijzingen die in het kader van het Bibob- onderzoek zijn verkregen. Afgesproken wordt dat de handhaving zich richt op de opening van de zaak. Daarvoor is een drank- en horecavergunning, een exploitatievergunning en een gebruiksvergunning nodig. Deze zijn er niet en het wordt onaannemelijk geacht dat daaraan (later) zal worden voldaan. Dat handhavend zal worden opgetreden, wordt ook gemeld in het WA-overleg tussen de wethouder Binnenstadsplan en de afdeling SEZ. Inmiddels wordt duidelijk dat Grand café De Rechter op 24 april 2008 zijn deuren voor het publiek zal openen. Bij brief van 23 april 2008 wordt door de afdeling V&H nogmaals gewezen op de consequentie van openstelling zonder vergunning. Deze consequentie is het toepassen van bestuursdwang. Grand café De Rechter opent zijn deuren voor het publiek op 24 april 2008 zonder over de daarvoor vereiste vergunningen te beschikken. 4.3 Fase 3: handhaving Op het moment dat Grand café De Rechter opengaat en een terras in gebruik gaat nemen, zijn er twee elementen die tot een geschil leiden: openstelling zonder vergunning wordt niet gedoogd en zonder vergunning kan geen gebruik worden gemaakt van een terras. De ondernemers hechten aan het terras veel waarde. De marktmeester is – samen met zijn directe collega’s van het team Markt en Haven – degene die in de dagelijkse praktijk van handhaving nadrukkelijk met de eigenares van het Grand café De Rechter en haar echtgenoot te maken gaat krijgen. Er is geen vergunning, opslag van goederen (terrasmeubilair) op gemeentegrond is niet geoorloofd en tijdens markten en evenementen kan er geen terras worden uitgestald. De marktmeester maakt uitgebreide rapporten op van de overtredingen die worden aangetroffen, de gesprekken met de eigenares en haar echtgenoot die worden gevoerd en de interne ruggespraak die hij steeds heeft gehouden. De grote lijn is: • Op woensdag 23 april 2008 is handhavend opgetreden met het oog op de markt van de volgende dag. Omdat het terras niet tijdig werd opgeruimd, is assistentie van de politie gevraagd. Politie-inzet is uiteindelijk net niet nodig geweest omdat de eigenares uiteindelijk het terras zelf opruimde. Er zijn wel bedreigingen door de echtgenoot van de eigenares geuit richting de marktmeester. Deze zijn niet gemeld bij de politie. • Op vrijdagmiddag 25 april 2008 herhaalde dit tafereel zich. Zonder politieassistentie is het terras ontruimd, maar er heeft zich wel een stevige woordenwisseling voorgedaan. Wederom zijn er bedreigingen geuit richting de marktmeester en is zijn integriteit ter discussie gesteld. Er is een intern rapport opgemaakt.
8 2008/24131
• Vrijdagavond 25 april wordt geconstateerd dat Grand café De Rechter voor publiek open is. Hiervan wordt een rapport opgemaakt door een toezichthouder van de afdeling V&H. De juridisch adviseur van de eigenares van Grand café De Rechter maakt ervan gewag dat er -
volgens hem - sprake zou zijn van spoedbestuursdwang en dat deze gevolgd had moeten worden door een aanschrijving, wat niet is gebeurd. Hij wil hiertegen protesteren c.q. procederen. Van (spoed)bestuursdwang is in dit geval echter uiteindelijk geen sprake – immers de eigenares heeft eigenhandig het terrasmeubilair opgeruimd –, zodat er ook geen aanschrijving achteraf zou moeten volgen. De eigenares dient echter wel een klacht in tegen het optreden van de marktmeester. Naar aanleiding van de op 25 april geconstateerde openstelling wordt op 29 april 2008 door de afdeling V&H een brief naar de eigenares gestuurd waarin het voornemen tot het opleggen van last onder dwangsom wordt uitgesproken (€ 5000,- per dag). De reden is dat het verboden is een horecabedrijf zonder vergunning te exploiteren. De eigenares wordt tot 13 mei 2008 de gelegenheid geboden de overtreding te beëindigen. Dit is overigens ook het moment waarop de juridisch adviseur door de eigenaren van het Grand café De Rechter wordt ingeschakeld. Diezelfde dag wordt door de adviseurs van de eigenares een bezoek gebracht aan het kantoor van het team Markt en Haven (Centrumplein 2 Almelo). De adviseurs komen met de boodschap dat het Grand café De Rechter tot 13 mei in ieder geval open blijft en dat ook gebruik zal worden gemaakt van een terras. Mede na interne ruggespraak met een juridisch medewerker van de afdeling SB wordt het volgende afgesproken en duidelijk gemaakt: • Toestemming voor het exploiteren van het horecabedrijf en het gebruik van een terras is er niet.
• In het geval van spoedeisend belang zal het terras dan ook worden geruimd d.m.v. het
toepassen van spoedbestuursdwang.
• Gelet op de geboden termijn (tot 13 mei) om de overtreding (een horecabedrijf exploiteren zonder vergunning) te beëindigen, worden voor de periode tot en met 5 mei (waaronder Koninginnedag) expliciete afspraken gemaakt ingeval van openstelling van het horecabedrijf. Deze zijn in een mailbericht naar de juridisch adviseur van eigenares A.O-E. bevestigd. Ondanks een afspraak over Koninginnedag wordt deze door de eigenares toch geschonden. De opbouw van de vrijmarkt werd belemmerd ondanks andere afspraken hierover. Na constatering van dit feit (30 april om 07.00 uur) is besloten de zaak niet te laten escaleren mede gelet op het
reeds aanwezige publiek. De standplaatshouder is opgeschoven. Later wordt op 3 mei 2008 wederom geconstateerd dat de opbouw van de markt door het terras wordt gehinderd, net als op 8 mei 2008. De eigenares weigert het terras op te ruimen. De toezichthouder laat het hierbij. Op 8 mei 2008 vindt nog een gesprek plaats tussen de juridisch adviseur en de marktmeester, maar dit leidt niet tot andere gezichtspunten. De marktmeester geeft aan dat de gemeente na 13 mei zal doorgaan met handhavend optreden. Intussen worden diverse procedures in gang gezet en gevoerd: • Er worden zienswijzen ingediend tegen het voornemen tot het opleggen van een dwangsom
(2 mei 2008).
• Er wordt een klacht ingediend tegen het toepassen van bestuursdwang tijdens marktdagen. • Er wordt wederom geconstateerd (toezichthoudende ambtenaren, politie) dat Grand café De Rechter nog steeds geopend is (14 en 15 mei 2008). • Op 22 mei wordt het voornemen tot opleggen van een dwangsom omgezet in een besluit. Dit is een collegebesluit (2008/15686). In het besluit wordt rekenschap gegeven t.a.v. de ingebrachte zienswijzen. Ook wordt afgewogen dat geen concreet uitzicht bestaat op legalisatie, gelet op de gegevens in het kader van het Bibob-onderzoek. Tot slot wordt nog gemeld dat overleg met het Horecaplatform heeft plaatsgevonden met de vraag wat men vindt van deze praktijk (openen zonder vergunning). Het Horecaplatform was unaniem in haar oordeel dat dit een onwenselijke situatie is: ondernemers dienen bij het uitoefenen van hun bedrijf over de juiste vergunningen te beschikken. Binnen één week moet de overtreding worden opgeheven. Overigens is feitelijk sprake van twee brieven. Er zijn immers twee procedures: één voor het verkrijgen van een vergunning voor het uitoefenen van een horecabedrijf, de ander voor het exploiteren van een horecabedrijf (inclusief terras).
• Tegen dit besluit wordt een bezwaarschrift ingediend en wordt een voorlopige voorziening aangevraagd bij de Rechtbank vanwege het spoedeisende financiële belang van mevrouw A.O-E. (dreiging van faillissement). • Op 30 mei 2008 vindt de zitting bij de voorzieningenrechter plaats. • Op 3 juni 2008 wordt uitspraak gedaan. De Almelose Rechtbank volgt de gemeente als het gaat om de motivering van het handhavend optreden, maar sluit de mogelijkheid van legalisatie nog niet uit. De vraag of er andere bijzondere omstandigheden zijn op grond waarvan de gemeente in casu van handhavend optreden had behoren af te zien, beantwoordt de voorzieningenrechter echter bevestigend. De rechter neemt daarbij in aanmerking dat bij handhavend optreden mogelijk een faillissement voor mevrouw A.O-E. dreigt, terwijl niet op voorhand uitgesloten is dat haar bij een voor haar gunstig Bibobadvies alsnog binnen afzienbare termijn een vergunning op grond van artikel 3 van de DHW zal kunnen worden verleend. Daar staat – volgens de rechter - tegenover dat de gemeente in geval van een voor mw. A.O-E. negatief Bibob-advies op korte termijn alsnog tot handhaving kan overgaan. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter zijn de nadelige gevolgen van handhaving voor mw. A.O-E. zodanig onevenredig in verhouding tot de daarmee te dienen belangen dat in de gegeven omstandigheden van optreden behoort te worden afgezien. Derhalve oordeelt de Rechtbank Almelo dat het bestreden besluit wordt opgeschort tot 6 weken nadat op het bezwaar van verzoekster zal zijn beslist. • Op 20 juni wordt het proces-verbaal van de zitting gepubliceerd. Tussen 3 juni en 16 juni zijn geen nieuwe ontwikkelingen in de zaak gebleken. Er was op 16 juni voorzover bekend geen afspraak met de eigenares, haar echtgenoot (de uiteindelijke gijzelnemer) of haar vertegenwoordigers.Tussen 3 juni en 16 juni zijn geen nieuwe ontwikkelingen in de zaak gebleken. Er was op 16 juni voorzover bekend geen afspraak met de eigenares, haar echtgenoot (de uiteindelijke gijzelnemer) of haar vertegenwoordigers.

Archief
Terug naar vorige pagina